Ik droom ervan dat iedereen, ja iedereen, de bijzondere waarde van een boom en groen in het algemeen inziet. Ik zou willen dat er in elke deelgemeente één monumentale boom zou groeien als bezienswaardigheid en als biotoop voor 1000 leefvormen. Verder wil ik dat alle boerderijdieren weer buiten mogen komen en kunnen schuilen tegen zon en regen, onder een boom. Ik zou willen dat er bij elk woon- en zorgcentrum een boom zou staan met een bank onder. Je raadt ongetwijfeld de bedoeling. Ik zou willen dat elke speelplaats minstens de helft van zijn verharde bodem zou los wrikken en dat er in de grond een jonge boom zou geplant worden. Waar geen boom kan groeien zou ik een tegeltuintje, een groendak, een levende haag, gevelbegroeiing of een bessenstruik wensen. Ten slotte zou ik willen dat alle openbare plantsoenen uitgebreid zouden worden en dat ze lager zouden liggen dan de omringende verharding. Laat het dan eens goed regenen en je zal zien dat het water geen overlast veroorzaakt, maar langzaam in de grond trekt, waar het onze watervoorraad voor de volgende generaties aanvult. En nog iets: ik zie het al voor mij, de boeren zetten bomen op hun akker en in hun wei. Daartussen groeien groenten, gewassen en grassen. Dat heet boslandbouw. De boeren zouden geen last meer hebben van droogte of nattigheid. Ze zouden mooie oogsten hebben en wij zouden weer bij de boeren ons eten kunnen halen. En we zouden allemaal gelukkig en tevreden zijn. Dat heet toekomst. Rita Van de Voorde